VEEL REGIONALE SPELERS HEBBEN EEN BELANGRIJKE INBRENG VOOR AALSMEER IN HET BEHALEN VAN HET LANDSKAMPIOENSCHAP

De handballers van Aalsmeer werden onlangs opnieuw Nederlands kampioen. Een flink contingent spelers uit onze Haagse/Westlandse regio maakt al jaren deel uit van de succesformatie. Wat maakt de overstap naar de club uit de bloemenstad zo aantrekkelijk? Een aantal regiotoppers geeft de verklaring.

Hagenaar Tim Bottinga, befaamd om zijn verwoestende schot, verruilde Quintus voor de titelhouder. ,,Het grootste verschil is de mentaliteit. Je komt om prijzen te winnen en daar moet je veel voor doen en voor laten. Keihard trainen met maar één doel: winnen. Alles is top geregeld tot aan het wassen van de trainingskleren. Ik heb in al die jaren grote stappen gemaakt door de aanpak van de trainers én door het handballen met goede teamgenoten. Daar word je zelf ook beter van.”

René de Knegt, die met formidabel keeperswerk een groot aandeel had in het behalen van de titel, kwam van Hellas via Hurry-Up naar de Bene-Leagueclub. ,,Er zijn veel meer faciliteiten. Met twee sporthallen kan het eerste team altijd op gunstige tijden trainen. Bij Hellas waren we ’s avonds om tien uur klaar en bij Aalsmeer uiterlijk rond half negen. Daarnaast is er een staf van tien man die zich bezighoudt met de hoofdselectie. Alle randzaken, zoals avondeten op de club, vervoer van en naar de club, hulp bij maatschappelijke zaken, jeugdopleiding zijn optimaal geregeld.”

,,Ik heb veel geleerd van keeperstrainers Jeffrey Groeneveld en Gaby Birjovanu, maar ook van hoofdcoach Bert Bouwer en zijn assistent Wai Wong. Ik heb meer inzicht gekregen vanuit het perspectief van de speler. Keepers kijken vanuit hun eigen perspectief en door dat om te draaien, kom je meer in het hoofd van de speler.”

ONTWIKKELING

Hoekspeler Donny Vink was bij Hellas al een groot talent en is bij de landskampioen  uitgegroeid tot een onmisbare basiskracht. Regelmatig uitgeroepen tot de man-van-de-wedstrijd: ,,Presteren staat centraal, maar er is tegelijk veel ruimte voor de ontwikkeling van de individuele speler. Technisch, tactisch en mentaal ben ik door de trainers zó veel beter geworden. Elke keer hebben ze wat nieuws om uit te proberen. Er wordt alles aan gedaan om ervoor te zorgen, dat de spelers naast hun werk of studie zich alleen maar hoeven te richten op handbal. Alles wordt geregeld door de club.”

Max de Maat vertrok bij Quintus en ontwikkelde zich tot een robuuste verdediger en cirkelloper. ,,Ik heb hier geleerd vooral heel hard te trainen en door te zetten. Ook op de trainingen worden flinke klappen uitgedeeld. Dat maakt je beter, hoe moeilijk het soms ook is. De club heeft het allemaal perfect op orde. Een vraag wordt altijd serieus beantwoord en er wordt meegedacht om spelers uit de selectie te ondersteunen, ook al heeft het niet direct met handbal te maken.”

VERSCHIL

Ook Pepijn Michielsen koos voor Aalsmeer, omdat hij op het hoogste niveau wilde handballen en prijzen winnen. Verdedigend heeft hij met zijn fysieke kracht een basisplaats afgedwongen. ,,Er is qua aanpak een groot verschil met Hellas. Ik train elke dag met twintig gasten die beter willen worden en de landstitel willen winnen. Daardoor ligt het niveau hoog en de talenten die twee/drie keer per week meetrainen met het eerste worden daardoor snel beter. Dat is in de finales gebleken. Belangrijk is, dat het ego op plaats twee staat. Je moet doen wat er gevraagd wordt en verder geen gezeur. Ik hoef alleen maar hard te trainen en te presteren in de wedstrijden. Al het andere wordt geregeld door de mensen eromheen, zoals René Romeijn en Petra Rooyakkers, die overal achteraan gaan als wij hulp nodig hebben. Onmisbaar voor de club.”

AD SPORT/PETER LOTMAN


EXODUS VAN SPELERS

Midden jaren negentig was Björn Budding een van de eerste talenten die van Hellas overstapte naar Aalsmeer. De hoekspeler volgde ras-Hagenaar Jan Alma, de grootmeester onder de vaderlandse trainers, en werd met hem kampioen van Nederland. De afgelopen jaren volgde een exodus van topspelers van Quintus en Hellas.

Tim Bottinga, Samir Benghanem, Max de Maat, Donny Vink, René de Knegt, Tom de Bruin, Marwin van Offeren, Pepijn Michielsen, Christiano Olivacce, Jesse van der Linden, Stan Zwinkels en onlangs nog Luka Furth van WHC/Hercules. Sommigen al gerijpt bij hun club, anderen zochten het avontuur als jong talent. Ook Robin Nagtegaal, Rob Goudriaan (beiden van Hellas naar Volendam) en Bernie Vermeer (van Quintus naar Hurry-Up) verlieten de regio.

Er zou een volwaardig BENE-Leagueteam van deze spelers kunnen worden samengesteld. Quintus, komend seizoen actief in de grensoverschrijdende competitie, heeft inmiddels een ambitieus plan opgezet met een professioneel managementteam. Het hoopt op die manier de eigen toppers te behouden. Ook Hellas en WHC/Hercules doen er alles aan om hun talenten aan zich te binden met intensieve trainingsprogramma’s en het bieden van faciliteiten.


Tim Bottinga en Samir Benghanem (©FotoReza)

Donny Vink (©FotoReza)

Luka Furth, nog in het shirt van WHC/Hercules  (©IMV-fotografie)

Marwin van Offeren (nr.11), selectie Hercules 2013-2014 (foto Ruud van de Voorde)