‘Wilde iets buiten het bad’

Ooit lag er voor Stan Zwinkels (25) een succesvolle zwemcarrière in het vooruitzicht. Zo behaalde hij medailles op de Nederlandse jeugdkampioenschappen. Toch koos hij voor het handbal. ,,Ik kon geen bal gooien.”

Als klein ventje van 5 jaar zwom Stan Zwinkels bij zwemvereniging Hippo Campus in Monster zijn eerste baantjes. Hij bleek talent te hebben en zijn ouders vonden dat hij na zijn behaalde zwemdiploma’s nog wel meer in die sport kon bereiken. ,,En ik vond het zelf ook heel leuk. Ik voetbalde ook nog in Monster, maar ben daarmee gestopt omdat ik blessures kreeg. Zwemmen was een mooi alternatief om toch veel aan sport te doen.”

Zwinkels blonk uit en werd geselecteerd voor de regionale trainingen. Het ging steeds beter en vervolgens werd hij wedstrijdzwemmer bij topsportclub WVZ in Zoetermeer. ,,Heel veel uren maken is belangrijk in de zwemsport”, merkte hij al snel. ,,Ik trainde acht, negen keer per week. ’s Ochtends van half zes tot half acht lag ik al in het zwembad, voordat ik naar school in Monster ging. En dan ’s avonds weer na het huiswerk maken. Dat was behoorlijk pittig en je moet veel zelfdiscipline hebben.”

Zwinkels werd dagelijks door zijn sportieve ouders René en Natasja heen en weer gereden. ,,Dankzij hen heb ik het van mijn tiende tot mijn zeventiende jaar volgehouden. Ik merkte dat ik steeds beter werd en dat is bij zwemmen makkelijk af te lezen als je sneller gaat dan de vorige keer. Mijn favoriete onderdelen waren de 100 en 200 meter vlinderslag. Heel moeilijk, gebaseerd op techniek én kracht. Na mijn dertiende heb ik ook veel krachttraining in de sportschool gedaan.”

De fysieke sterke zwemmer behaalde met zijn club en ook individueel veel medailles tijdens de Nederlandse kampioenschappen waaraan hij uiteindelijk als beloftevol talent mocht meedoen. Toch besloot hij op zijn zeventiende jaar te stoppen. ,,Het was niet langer te combineren met mijn HBO-studie. Om in de top te blijven, moet je ontzettend veel uren maken. Dat was niet te doen en dus moest ik een kiezen.”

Geen moeilijke keuze

Die keuze was niet zo moeilijk, want vader René was trainer/coach van de mannenhandballers van Quintus. ,,Ik ben daar een paar keer gaan kijken en dat leek me ook wel wat. Waterpolo had ook gekund, maar ik wilde iets anders buiten het zwembad.”

En zo belandde de breedgeschouderde Stan Zwinkels in de A-jeugd van de Heulse club. Zijn lengte (1.93 meter) en gewicht (98 kilogram) maakten hem buitengewoon geschikt om zich verder als handballer te ontwikkelen. Bovendien had hij het grote voordeel, dat hij linkshandig is. ,,Maar”, zegt hij nu lachend, ,,Ik kon geen bal vangen en had ook geen goede looptechniek. Dat is gelukkig allemaal met veel trainen toch nog goed gekomen.”

Na vijf jaar Quintus werd hij in de winterstop tijdens de coronaperiode door topclub Aalsmeer gevraagd. ,,Daar heb ik een mooie tijd gehad en veel bijgeleerd, maar de afstand naar mijn werk in Maassluis is te groot geworden.”

Hij overwoog te stoppen met handballen totdat hij werd benaderd door trainer Wesley Hage van de Haagse eredivisieclub WHC/Hercules.

,,Ik heb een paar keer meegetraind en goede gesprekken met de technische leiding gevoerd. Dat beviel prima. Ik kende al een paar gasten van Hercules uit de studententeams, dus dat was ook een voordeel. Een leuke groep met ambities om komend seizoen hoog te eindigen. Of dat ook gaat lukken? We gaan voor de top-5, dát is de doelstelling. En als er meer in zit, zou dat mooi zijn. We gaan in elk geval een aantal wedstrijden stunten.”

WHC/Hercules won de openingswedstrijd van de competitie met 35-27 van Opleidingsteam BEVO. Stan Zwinkels maakte met vijf doelpunten een prima indruk.

PETER LOTMAN