Den Haag – De verrassing bleef dus toch uit. De handballers van Hellas waren in de regiofinale van de beker op alle onderdelen de betere ploeg. Met de 18-27 overwinning op WHC/Hercules plaatsten zij zich bij de laatste zestien.
Vooraf waren de verwachtingen hoog gespannen. Hellas, in de strijd om de titel in de eredivisie, zou op flinke tegenstand kunnen rekenen van het combinatieteam WHC/Hercules, dat de ranglijst aanvoert in de eerste divisie. Opnieuw bleek, dat het niveauverschil tussen de twee divisies groot is.
Coach Zsimond Makay begon met zijn vertrouwde, ervaren basisopstelling, maar al snel kwam Hellas op 2-5 en 3-8. De handelingssnelheid van de Hellenen en vooral ook het hoge tempo gaven de doorslag. ,,Dan kun je zien, dat de spelers van Hellas over meer ervaring op het hoogste niveau beschikken”, aldus Makay die zijn jeugdige ploeg een compliment maakte voor de inzet in de tweede helft.
Coach Hans van Dijk van Hellas kon in het verloop van de partij rustig doorwisselen. Zijn team verzwakte er geen moment door. ,,Het enige gevaar is onderschatting, maar daar hebben we voldoende voor gewaarschuwd. Dat hebben die gasten met volle overgave opgepakt.”
Na de rust (7-14) was al snel duidelijk, dat er geen spetterende eindstrijd zou komen. Hellas bleef geconcentreerd handballen en ondanks de goede wil van de jonkies kwam WHC/Hercules er niet echt meer aan te pas.
Uitblinkers bij Hellas waren doelman Paul Vis en de doelpuntenmakers Donny Vink (7), Thierry van Zundert (4) en aanvoerder Loek van Bergen en Henegouwen.
Bij WHC/Hercules blonk keeper Stefan Stapper uit. Tim Vleeshouwer en Luca Baak (beiden 3) waren de beste schutters.
Doelpunten WHC/Hercules: Luca Baak (3), Tim Vleeshouwer (3), Moritz Bohnet (2), Thimo Bakker (2), Ziggy Eijsenring (2), Boy Koreneef (2), Tim Frenk, Otto Schimmel, Daan de Koning en doelman Stefan Stapper.
Doelpunten Hellas: Donny Vink (7), Thierry van Zundert (4), Loek van Bergen en Henegouwen (4), Pim van Starrenburg (3), Ubbo Starrenburg (2), Ricardo Holman (2), Robin Nagtegaal (2), Glenn Lefel (2) en Pepijn Michielsen.
AD SPORT/PETER LOTMAN