Prima rapportcijfers voor de regionale handballers halverwege het seizoen
Handbalclubs in de regio hebben reces. Een mooi moment om samen met de trainers de balans op te maken. Wat ging er goed en wat niet? En dat levert deze rapportcijfers op.
PETER LOTMAN
Eredivisie:
Quintus (vrouwen) 7.3
René Zwinkels: ,,Het vertrek van vijf basisspeelsters vereiste het samenstellen van een nieuw team. Met jonge talenten, die nog moesten wennen aan een hoger niveau. Die aanpassing is boven verwachting goed verlopen. De vierde positie is voorlopig het maximaal haalbare. Er zit nog rek in dit team, dus als we zo doorgaan verwacht ik nog mooie prestaties.”
Quintus (mannen) 7.4
Jack van Lier/Rob Vis: ,,De competitie begon goed met veel overwinningen. Daarna volgde een dip, maar we hebben ons als collectief goed herpakt. Het spel wordt constanter en we spelen meer als team. De uitdaging is dat we makkelijker afstand van onze tegenstander nemen. Met E&O en Hellas gaan wij, als koploper, uitmaken wie best of five spelen.”
Hellas (mannen) 7.3
Fernando Nunes: ,,We zijn met een nieuw team op de goede weg. De jonge talenten, de toekomst van de club, krijgen veel speelminuten en zij pakken dat snel op. Ik heb een aantal zaken veranderd en de spelers hebben positief gereageerd op mijn aanpak. Onze focus is erop gericht de individuele en collectieve minpunten te verbeteren.”
WHC/Hercules (mannen) 7.2
Zsigmond Makay: ,,We hebben als gepromoveerde club een veelbelovende start gemaakt en presteren boven verwachting. Inmiddels hebben we meer ervaring gekregen om wedstrijden binnen te slepen. Dit jonge, talentvolle team wordt met de week sterker en daarmee kunnen we doorbouwen. We moeten vooral leren winnen en dat heeft met zelfvertrouwen te maken.”
Eerste divisie
Hercules (vrouwen) 6.3
Bart de Koning/Richard Rijkens: ,,Moeizame start door onze late benoeming. Geen goede voorbereiding. Door stoppen van speelsters en blessures van sterkhouders veel gepuzzel. Het team kreeg tikken te incasseren, maar de inzet bleef hoog. Het niveau schommelt per wedstrijd, maar er is een stijgende lijn te ontdekken.”
VELO (vrouwen) 6.3
Alex Curescu: ,,We zijn begonnen met een totaal nieuw, jong team in een divisie hoger. Gelet op die omstandigheden gaat het niet slecht. De enige zorg is, dat de speelsters niet snel genoeg van hun fouten leren. Positief is, dat ze bereid zijn hard te werken.”
EHC (mannen) 7.3
André van den Bosch/Micha Vinkesteijn: ,,De eerste seizoenshelft was met ups en downs. We hebben hard gewerkt aan de verdediging en dat werpt zijn vruchten af. Het dubbeltje viel vaak de goede kant op. We zijn tevreden met plek vier. De resultaten zijn nog wisselvallig en we gaan eraan werken om stabieler te worden.”
HVV’70 (mannen) 7.2
Dick Gijsman: ,,Onze spelersgroep bestaat deels uit het jeugdteam dat in 2009 Nederlands kampioen werd. Ons doel is met plezier op een goed niveau handballen. Met een plaats in de middenmoot slagen we daar prima in. Door blessures hebben we in een wisselende samenstelling gespeeld. Door de onderlinge band heeft dit nauwelijks invloed gehad op de resultaten. Promoveren is geen doel voor ons.”
DIOS (mannen) 6.3
Johan van der Voorn/Wesley Stet: ,,Voor een team waarin twee basiskrachten zijn gestopt en drie spelers vanwege langdurige blessures ontbraken, doen we het niet slecht. Door de smalle selectie is het lastig doorwisselen. Positief is het inpassen van jeugdspelers. Aanvallend spelen we met te weinig structuur waardoor de schoten geforceerd zijn en we snelle tegenaanvallen krijgen. Stabiliteit en afronden moeten beter.”
Oliveo (mannen) 6.1
Dennis Teeuw: ,,Als gepromoveerde club hebben wij het in deze poule wel moeilijk. De handelingssnelheid en het baltempo zijn veel hoger dan wij in het verleden gewend zijn. Ook verdedigend komen we tekort. Daaraan gaan we in de tweede seizoenshelft werken.”